Hoofdstuk 21, Werken in de Gift

Vreemd is onze situatie hier op aarde. Ieder van ons komt voor korte tijd, zonder te weten waarom, en toch lijkt er soms een goddelijk plan. In het dagelijks leven echter is er een ding dat we wél weten: dat we hier zijn omwille van anderen. – Albert Einstein

Dankbaarheid Vertrouwen.

De vraag duikt steeds weer op: Hoe kan ik mijn giften in de huidige geldeconomie delen, en toch in mijn onderhoud voorzien? Mensen die deze vraag stellen zijn soms kunstenaars, genezers, of activisten, die wanhopig zoeken naar een manier om “betaald te krijgen” voor wat ze doen. Anderen hebben een succesvolle onderneming of beroep maar beginnen te gevoelen dat er iets mis is met de manier waarop ze hun diensten in rekening brengen.

Inderdaad, het in rekening brengen van een bedrag voor een dienst of zelfs voor materiële zaken tast de geest van de gift aan. Wanneer we in de giftmentaliteit stappen, behandelen wat we creEren als geschenk aan andere mensen of aan de wereld. Het tegenovergestelde van de natuur van schenken is het van te voren specificeren van een retourgift, want dan is het niet langer geven maar eerder ruilen, verkopen. Bovendien zien veel mensen, met name kunstenaars, genezers en musici, hun werk als heilig, geïnspireerd door een goddelijke bron en met een oneindige waarde. Daar een prijs voor vaststellen voelt als een devaluatie, heiligschennis. Maar de kunstenaar verdient het om gecompenseerd te worden voor zijn werk, toch?

Het idee achter het woord “compensatie” is dat je, door te werken, je tijd opgeofferd hebt. Je hebt tijd besteed aan werken terwijl je haar had kunnen besteden aan iets dat je wil doen. Een andere context waarin we dit woord gebruiken is in rechtzaken, bij voorbeeld wanneer iemand gecompenseerd wil worden voor een verwonding, voor pijn en smart.

In een economie die het voorvoegsel “heilig” verdient, zal werk niet langer iemand’s tijd of leven verwonden; het zal niet langer een zaak zijn van pijn en lijden. Een heilige economie erkent dat mensen graag willen werken: ze willen hun levensenergie graag richten op de expressie van hun gaven. Binnen dit concept is geen plaats voor “compensatie”. Werk is een vreugde, een reden voor dankbaarheid. Op zijn best is het onbetaalbaar. Klinkt het niet blasfemisch om, zeg, te spreken van het compenseren van Michelangelo voor het schilderen van de Sixtijnse Kapel, of Mozart voor het componeren van zijn Requiem? Geen eindig geldbedrag is voldoende in ruil voor het goddelijke. Dat enig juiste manier om de meeste sublieme werken aan te bieden is om ze weg te geven. Ook al hebben op dit moment weinigen van ons toegang tot het genie van een Mozart, we zijn allemaal in staat tot heilig werk. Wij allen zijn in staat om, door onze talenten, iets groters dan onszelf te kanaliseren. Iets neemt een vorm aan door ons, het gebruikt ons als instrument voor zijn manifestatie op aarde. Zie je hoe vreemd het concept van “compensatie” is aan dit soort werk? Voel je de ontering in het verkopen van iets dat heilig voor je is? Ongeacht de prijs, je hebt jezelf te koop aangeboden, en je hebt de bron van waar het geschenk vandaan kwam te koop aangeboden. Ik zou het als volgt willen stellen: “Sommige dingen zijn te goed om te verkopen. We kunnen ze alleen weg geven.”

Er komen onmiddellijk vragen op in de lezer. Ondanks het voorafgaande, heb je jezelf er misschien opnieuw op betrapt te denken, “Maar verdient een kunstenaar het niet gecompenseerd te worden voor zijn werk?” De gevoelens van afgescheidenheid gaan zo diep! Dus laat ons dit omzetten in: “Verdient de gever van grootse giften het niet om grootse giften terug te ontvangen? Het antwoord, voor zover “verdient” überhaupt iets betekent, is ja. In een heilige economie vindt dit plaats door het mechanisme van dankbaarheid, in plaats van dwang. De houding van de verkoper zegt: “ik geef je dit geschenk – maar alleen als je me er voor betaalt, alleen als je me geeft wat ik denk dat het waard is.” (Ongeacht de prijs echter zal de verkoper zich altijd te kort gedaan voelen.) De houding van de gever daarentegen zegt: “Ik geef jou dit geschenk –en ik vertrouw er op dat jij mij geeft wat je denkt dat passend is.” Als je een groot geschenk geeft, en er resulteert geen dankbaarheid, dan is dat misschien een teken dat je het aan de verkeerde persoon hebt gegeven. De geest van de Gift komt tegemoet aan behoeften. Dankbaarheid opwekken is niet het doel van geven; het is een teken, een indicatie, dat het geschenk goed gegeven is, dat het in een behoefte voorzag. Dat is een andere reden waarom ik het niet eens ben met sommige spirituele inzichten die stellen dat een persoon die werkelijk genereus is er niet naar verlangt iets terug te ontvangen, zelfs geen dankbaarheid.

 

Laten we dit nu praktisch maken. Nadat ik enige tijd geworsteld had met dit gegeven, realiseerde ik me dat, terwijl het verkeerd voelt om geld voor mijn werk te vragen, het prima voelt om geld te accepteren van mensen die dankbaar zijn dat ze het ontvangen hebben. De graad van dankbaarheid is voor elke persoon uniek. Ik kan van te voren niet weten hoe waardevol dit boek voor jou zal zijn; zelfs jij kan dit vooraf niet weten. Daarom is het tegengesteld aan de geest van de gift om van te voren voor iets onbekends te betalen. Lewis Hyde brengt dit punt zeer verhelderend tot inzicht:

 

Mogelijk is het nu duidelijker waarom ik hierboven zei dat een geldbedrag voor een dienst de kracht van dankbaarheid veelal teniet doet. Het punt is dat een conversie, in de algemene betekenis, niet van te voren vastgesteld kan worden. We kunnen de vruchten van ons werk niet voorspellen; we kunnen zelfs niet weten of we er wel echt mee doorgaan. Dankbaarheid vereist een onbetaalde schuld, en we blijven gemotiveerd om dankbaar te zijn zolang de schuld door ons wordt gevoeld. Als we niet meer voelen dat wij iets verschuldigd zijn, dan stoppen we ermee, en dat is goed. Het verkopen van een transformatieve gift vervalst dus de relatie; het impliceert dat een retourgift is geschonken, terwijl dat feitelijk pas kan als de transformatie ten einde is. Een vooruitbetaalde som ontneemt het gewicht aan de gift en ontkracht het als medium van verandering. Therapieën en spirituele systemen waar de markt tussen zit halen de energie die nodig is voor verandering doorgaans uit een afkeer van pijn, in plaats van aangetrokkenheid tot een hogere staat. (1)

Ik heb zodoende alle mogelijke stappen genomen om mijn werk in overeenstemming te brengen met de geest van de gift. Zo maak ik bijvoorbeeld zoveel mogelijk van mijn geschreven werk, geluidsopnames en video’s kosteloos online beschikbaar, en nodig lezers uit een retourgift te geven die de graad van hun dankbaarheid uitdrukt. Deze gift hoeft niet naar mij te gaan. Als de dankbaarheid, bijvoorbeeld, gericht is op het universum dat mijn werk beschikbaar maakt, is een meer passende manier van geven misschien het “voort te betalen”.

Ik gebruik een soortgelijk model voor mijn publieke optredens.Wanneer me gevraagd wordt wat mijn tarief is, zeg ik dat ik geen tarief bereken. Gewoonlijk vraag ik of mijn reiskosten gedekt kunnen worden; buiten dat zeg ik iets als “Dat is aan jou. Geef me welk bedrag dan ook, of geen enkel, dat je het gevoel van zuiverheid, evenwicht en gepastheid geeft, een bedrag dat jouw dankbaarheid uitdrukt voor het feit dat ik naar je toe kom. Dat is geen formule, het is een geest die zich afstemt op elke unieke situatie. Als er een standaard sprekers honorarium is, sta ik er niet noodzakelijk op, dat er voor mij een uitzondering wordt gemaakt. Verder wordt er soms meteen een aanbod gedaan dat meedeelt, hoeveel men wenst wat ik aanbied. Ik wil mijn giften geven waar ze gewild zijn, en geld is een van de verschillende manieren die er zijn om die wens te communiceren.

Het is belangrijk om “leven in de gift” niet tot een fetish te maken, of tot een maatstaf van deugd. Doe het niet om goed te zijn. Doe het om je goed te voelen. Als je (net als ik) blij wordt van een grote vette check , dat is OK! Wij mensen vinden het geweldig om grote kado’s te ontvangen. Zelfs als je merkt dat je jezelf (weer, net als ik soms) hebzuchtig, verongelijkt en inhalig vindt, merk ook dat eenvoudigweg op. De weg terug naar de gift is lang, we zijn er zo ver van verwijderd geraakt. Ik zie mijzelf als een van de vele ontdekkers van een nieuw (en oud) gebied, lerend van de ontdekkingen van anderen en van de fouten van mezelf.

Wanneer ik bijeenkomsten leid, breng ik alleen de kosten voor het verblijf en overige bijkomende kosten in rekening, en verwelkom giften. (2) Het heeft een tijd geduurd voor ik een staat van bewustzijn binnentrad waarin dit model ook echt ‘werkt’. Als ik degenen die niets geven iets kwalijk neem, als ik probeer, door het afkondigen van verheven klinkende principes, mensen te dwingen of te manipuleren meer te geven dan oprechte dankbaarheid voorschrijft, of als ik mensen subtiel ‘schuldig maak’ om te geven, door hints aangaande mijn moeilijke omstandigheden te geven, dan leef ik helemaal niet in de geest van het geschenk. In plaats daarvan leef ik in een subtiel soort schaarste mentaliteit of bedelarij, en, als om die staat te weerspiegelen, droogt de stroom van giften vrijwel onmiddellijk op. Niet alleen stoppen mensen met geven, maar ook mijn eigen bron van giften droogt op. Zolang mijn intentie om te geven authentiek is, merk ik dat de instroom van giften gelijk is aan de uitstroom, of deze overtreft. Soms is het voertuig van van de retourgift mysterieus, indirect traceerbaar of helemaal niet traceerbaar tot iets wat ik heb gegeven, en toch, wanneer het komt, draagt het iets van de geest van het ooorspronkelijk angebodene. Soms verbindt alleen een klein spoor van synchroniciteit en symboliek de gift die ik ontvangen heb met de gift die ik heb gegeven. Het rationele verstand zegt dat de retourgift helemaal niets heeft te maken met hetgeen ik gaf- “ik zou het toch wel hebben gekregen”- maar het hart weet beter.

Omdat de retourgift later komt leven we, wanneer we in een op geven gebaseerd levensonderhoud stappen, een tijd op basis van vertrouwen. Zonder de zekerheid iets terug te krijgen, komen we erachter of we het echt menen. Het ego worstelt en werkt, probeert de garantie van een voordeel te vinden. Als er geen geld komt, dan kan ik misschien mijn goedgeefsheid uitventen om complimenten te krijgen. Misschien kan ik mezelf in het geheim feliciteren en superieur voelen ten opzichte van hen die minder in het geven zijn als ik. Mijn ervaring is, dat elke nieuwe stap in de gift eng is. Het laten gaan moet echt zijn, anders zal er niets terug komen.

Zaken doen in de Gift.

 

Laten we dit model nu gaan toepassen op andere soorten van zaken. Er zijn al een aantal ondernemingen die de economie van het geven op creatieve manieren implementeren. Ik beschouw mijn eigen model niet als de beste of enige manier om in de gift te leven. We pionieren in een nieuw soort economie, en het zal een kwestie van vallen en opstaan zijn, om het voor elkaar te krijgen. Ik zal een paar voorbeelden geven van mensen die zaken doen volgens één van beide, dan wel beide sleutelprincipes van de gift die ik heb besproken:

1) De ontvanger, en niet de gever, bepaalt de ‘prijs’(de retourgift)

2) de retourgift wordt bepaald nadat de initieele gift ontvangen is, niet eerder.

 

In Berkely, Californië, heeft de Karma Clinic twee jaar op basis van giften behandelingen met holistische medicatie gegeven. Na het consult of de behandeling ontvangt de client een ‘rekening’, waarop staat: “Uw consult is een genereuze gift van iemand die voor u kwam. Als u de gift in deze geest door wil geven, kunt u dat doen op welke manier u wilt. Geldelijke of andere giften kunnen worden achtergelaten in de brievenbus in het kantoor van de Karma Clinic of worden gestuurd naar… “ In Asland, Oregon, is een andere op giften gebaseerde kliniek ontstaan, genaamd de Schenkende Boom. Er zijn er ongetwijfeld nog veel meer door het gehele land, en ze lijken behoorlijk duurzaam te zijn: het Victoria Attunement Center werkte puur op basis van donaties van 1982 tot 1988 en was, volgens oprichter Will Wilkinson, geheel zelfvoorzienend met meer dan 300 clientbezoeken per maand.

Het geef model wordt ook toegepast op restaurants. Het One World restaurant in Salt Lake City, in bedrijf sinds 2003; het SAME (So All May Eat) café in Denver; het Better World Café in New Jersey, dat in 2009 open ging; de Karma Kitchen in Berkely; en veel anderen werken op basis van louter donatie; en velen serveren bovendien nog organisch voedsel ook.

 

Onlangs kwam het idee in de mainstream terecht toen de bekende nationale restaurant keten Panera Bread een betaal-wat-je-wil filiaal opende in St. Louis, Missouri. Bezoekers wordt gevraagd datgene te betalen waar ze zich goed bij voelen; het bordje op de toonbank zegt: “Neem wat je nodig hebt, en laat een bijdrage achter die je passend lijkt.” Als dit experiment slaagt, wil het bedrijf dit model uitbreiden naar locaties door het hele land. Ik vraag me af of ze zich realiseren dat ze niet alleen pionieren met een model van burgelijke deugd , maar ook met een model van zaken doen in de toekomst.

 

Op het Internet bloeit, natuurlijk, een enorme geef economie. Versies van alle grote types gebruikerssoftware zijn er kosteloos beschikbaar. Bijvoorbeeld, de office suite OpenOffice, een gemeenschappelijjke inspanning van honderden vrijwillige programmeurs, is gratis en voor niets beschikbaar. Ik aarzel enigszins om hier de uitdrukking “gratis” te gebruiken, omdat deze woorden haast een verwerping van elk retourgeschenk impliceren. De OpenOffice organisatie accepteert donaties, en moedigt diegenen die de software hebben gedownload aan, op diverse manieren bij te dragen.

 

Heel veel bands bieden hun muziek ook “kosteloos” online aan. De meest gedenkwaardige pionier van het zakelijke geef model van muziekregistraties was Radiohead, die in 2007 het album In Rainbows aanbood op basis van betaal-wat-je-wil. Hoewel bijna tweederde van de downloaders ervoor kozen niets te betalen, kozen honderddduizenden er voor, wel een paar dollar te betalen, en miljoenen kopieën werden op iTunes gekocht als CD, en via andere kanalen. Critici verwierpen dit succes als een anomalie die mogelijk werd dankzij Radiohead’s iconische status, echter het basismodel breidt zich verder uit, met name in de muziekindustrie waar traditionele distributiekanalen voor de meeste bands in toenemende mate onpractisch worden.

Verbazingwekkend genoeg is er zelfs een juridisch bedrijf dat een zakelijk betaal-wat-je-wil element heeft geïncorporeerd. De Valorem Law Group, een firma voor rechtszaken gevestigd in Chicago, heeft een “waarde aanpassing regel” aan hun rekeningen toegevoegd. Onderaan de rekening, boven een leeg vakje “totaalbedrag”” is een vakje genaamd “waarde aanpassing”. De client schrijft daar een positief of negatief getal in en past het eindbedrag overeenkomstig aan. Ik ben vol bewondering voor deze firma, omdat dit gegeven vanuit een wettelijk gezichtspunt tamelijk absurd is. Iemand zou de rekening kunnen “aanpassen” met het volledige bedrag en niets betalen, en de firma zou hier waarschijnlijk geen wettelijk antwoord op hebben.

 

Laten we deze voorbeelden nu eens veralgemeniseren tot een breder toepasbaar zakelijk model. De grondslagen zijn vrij eenvoudig. De eerste richtlijn is alleen dagene in rekening te brengen waardoor je eigen directe kosten gedekt zijn. Dit is inclusief bijkomende kosten, en de verdeelde vaste kosten, maar niet de afgeschreven kosten. Dus, bijvoorbeeld, als jij bij iemand loodgieterswerk doet, dan zou je de materialen in rekening brengen (zonder bijtelling), brandstof om de plek te bereiken, en misschien de waarde van een halve werkdag op de huidige afschrijvingen van je bedrijfsspullen (i.e. de lening voor je bus, zakelijke lening etc.). Je zou duidelijk maken aan de ontvanger dat jouw tijd, werk en ervaring een gift zijn. De rekening zou de totale kosten bevatten, dan een witregel genaamd “gift”, en dan de regel “totaal” daaronder.

Een variant van dit model is om Valorem te volgen en een regulier tarief neer te zetten dat de marktprijs weergeeft, met daaronder een regel gemerkt “waarde aanpassing”, of “dankbaarheid aanpassing”. De meeste mensen zullen waarschijnlijk gewoon de marktprijs betalen, maar je kunt uitleggen dat ze deze kunnen aanpassen als ze erg tevreden of juist ontevreden zijn met het werk.

 

Een andere variant is om helemaal niets in rekening te brengen maar verschillende items onder elkaar te zetten, zoals “materiaalkosten”, “bijkomende zakelijke uitgaven”, “werkuren”, ”marktprijs voor deze dienst” enzovoort. Op deze manier kan de ontvanger ervoor kiezen helemaal niets te betalen, zelfs niet voor de materialen, maar ze heeft in ieder geval deze informatie. Deze informatie is, net als bij de rekening van de Karma Clinic, “het verhaal van de gift” waaraan eerder werd gerefereerd. Traditoneel werden geschenken vaak vergezeld van verhalen die de ontvanger hielpen hun waarde te waarderen.

 

Het zakelijke gift model is eigenlijk niet zo ver verwijderd van het standaard zaken doen als je zou denken. Tegenwoordig is een gebruikelijke onderhandelings tactiek te zeggen: “Kijk, hier zijn mijn kosten; ik kan niet lager gaan dan dit.” (3) Het is niet zo’n enorme verschuiving van perspectief om te zeggen: “Hier zijn mijn kosten. Je kunt me meer betalen overeenkomtig de waarde die jij denkt te hebben ontvangen”. Vaak zal de klant een vrij goed idee hebben van de marktprijs van de goederen of diensten die jij aanbiedt en, als er enige oprechte menselijkheid in de zakelijke relatie bestaat, waarschijnlijk een bedrag betalen dat daar dichtbij komt. Als hij of zij een bonus betaalt bovenop de basiskosten, kun je dat interpreteren als een indicatie voor de aanwezigheid van dankbaarheid. Als iemand dankbaar is voor wat je hebt gegeven, zul je meer willen geven. Als iemand ondankbaar is, weet je dat de gift niet volledig ontvangen is, en zul je er waarschijnlijk voor kiezen die persoon niet nogmaals iets te geven. Vertaald in een zakelijke relatie betekent dit, dat je er voor zult kiezen om niet nogmaals zaken te doen met iemand die je weinig of niets boven de kostprijs betaalt, en zul je bij voorkeur zaken doen met iemand die, met geld als middel, een hoge graad van dankbaarheid meedeelt. Dit is hoe het zou moeten zijn. Sommige mensen hebben onze giften meer nodig dan anderen. Als jij brood hebt, wil je het aan de hongerige persoon geven. Uitingen van dankbaarheid helpen ons te oriënteren in de richting van de beste uiting van onze giften. Dus, net als tegenwoordig, zal een bedrijf er naar neigen zaken te doen met diegenen die het meeste geld betalen (hoewel er ook niet-geldelijke uitingen van dankbaarheid in het spel kunnen zijn). Dit is iets anders als de neiging om zaken te doen met diegenen die de beste prijs bieden. Het verschil is de sleutel. Door in de geest van de gift te blijven, wordt de vraagprijs niet te vroeg aangeboden. De gift wordt eerst aangeboden, en pas nadat deze ontvangen is wordt een retourgift gedaan.

 

Ik kan het niet helpen een parallel te zien tussen deze benadering en de verschilende spel-theoretische studies naar altruïsme en sequentieele gevangenendilemma problemen. Zoek in Wikipedia “tit-for-tat”op voor enige achtergrond over dit onderwerp. In veel situaties waar sprake is van herhaalde interacties tussen onderscheiden entiteiten met verschillende beloningen voor samenwerking en verraad, is de optimale strategie eerst samen te werken en iemand alleen tegen te werken wanneer die de laatste keer niet heeft samengewerkt. Analoog redenerend denk ik dat het zakelijke model dat ik heb weergegeven op termijn zelfs financieel succesvoller kan zijn dan het standaard model. (4)

 

Omdat de gift mentaliteit tegenwoordig zo vreemd voor ons is, is er voor het zaken doen in de gift soms een beetje opvoeding nodig. Ik heb gemerkt dat als ik een bijeenkomst onder de aandacht breng “op basis van donatie”, mensen het soms behandelen als een wegwerpartikel, denkend: “Het zal wel niet erg waardevol of erg belangrijk zijn als hij er niets voor vraagt”. Ze komen laat, of helemaal niet, of ze komen met lage verwachtingen. Het betalen van een toegangsprijs is een soort ritueel die een boodschap naar het onderbewuste stuurt dat “dit iets waardevols is” of “dat ik dit serieus doe”. Ikzelf en vele anderen experimenteren nog steeds met het vinden van betere manieren om de voordelen van betaling te borgen, terwijl je trouw blijft aan de geest van het geschenk. We zijn aan het begin van een nieuw tijdperk, dus er zal enige oefening en experimenteren nodig zijn.

 

Het is evident dat ten tijde dat dit geschreven wordt de meeste ondernemingen en eigenaren van bedrijven niet klaar zijn om in een zakelijk model te stappen dat gebaseerd is op de gift. Dat is OK- je kunt ze een klein duwtje geven! Implementeer het simpelweg unilateraal door hun producten te “stelen”, bijvoorbeeld door illegaal downloaden of kopiëren van digitale content zoals liedjes, films, software enzovoort. Vervolgens, als je je dankbaar voelt richting de makers, stuur ze dan wat geld. Ik zou heel blij zijn als je hetzelfde deed met dit boek. Het zal echter moeilijk zijn om dat illegaal te doen, omdat ik geen standaard copyright claim (ik wed dat je de copyright bladzijde niet nauwkeurig hebt gelezen, maar het is niet de gewoonlijke woordenvloed), en de inhoud is kosteloos online beschikbaar. Nietemin, als het je lukt om dit boek te ‘stelen’, ben ik blij wanneer ik een bedrag van je ontvang dat jouw dankbaarheid uitdrukt –in tegenstelling tot het bedrag dat ik of de uitgever veronderstellen dat het je waard is. De leeservaring van elke persoon is uniek: voor sommigen kan het een verspilling van tijd zijn, voor anderen een ervaring die hun leven verandert. Is het niet absurd om van iedereen een identieke retourgift te ontvangen?

 

De Heilige Beroepen

 

Het schenkmodel werkt natuurlijk met name voor beroepen waarin de geleverde waarde iets niet-tastbaars is. Musici, artiesten, prostituees, genezers, counselers, en leraren bieden allemaal een gift aan die onteerd wordt wanneer we er een prijs aan toekennen. Wanneer wat wij aanbieden heilig voor ons is, dan is de enige eervolle weg om ze aan te bieden die van de gift. (5) Geen bedrag kan hoog genoeg zijn om de heiligheid van het oneindige uit te drukken. Door een sprekerstarief te vragen, maak ik mijn geschenk minder waard. Als jij een van bovenstaande beroepen uitoefent, zou je kunnen overwegen om te experimenteren met een zakelijk giftmodel – maar onthoudt, als je dat model toepast als een slimmere manier om “betaald te krijgen”, zal het niet werken. Mensen hebben een nepgift door, een gift die geen gift is maar een agenda die gewin met zich meedraagt.

 

In elk van bovenstaande beroepen verplaatst het niet-tastbare zich middels iets dat wel tastbaar is, en eerstgenoemde, het niet kwantificeerbare, wil op natuurlijke wijze in het rijk van de gift verblijven. Dit geldt trouwens voor elk beroep. Er is altijd iets aanwezig dat zich achter of boven het kwantificeerbare, het artikel, en dus de prijs bevindt. Elk beroep is daarom potentieel heilig. Neem het voorbeeld van agrarisch werk. Wat maakt voedsel -iets tastbaars- een voertuig van het heilige?

 

Het wordt verbouwd door iemand met een diepgaand gevoel voor de voedzame en esthetische kwaliteiten. Het wordt zodanig geteeld dat het het ecosysteem, de bodem, het water en het leven in het algemeen verrijkt. De productie en verwerking ervan dragen bij aan een gezondere samenleving.

 

Met andere woorden, heilig voedsel is verwoven in een web van natuurlijke en sociale relaties. Het wordt verbouwd met een liefde voor mensen en de aarde die geen abstracte liefde is, maar liefde voor dit land en deze mensen. We kunnen niet anoniem liefhebben, hetgeen wellicht verklaart waarom ik altijd een wat kil gevoel kreeg van anonieme liefdadigheid die geen verbinding schept. Iemand verbouwde heilig voedsel voor mij!

 

Wanneer we ons werk als heilig zien, proberen we het omwille van zichzelf goed te doen, dus niet zozeer “goed genoeg” voor iets externs als de markt, de bouwcode, of een cijfer. Een bouwer die heilig werk verricht zal materialen en methoden gebruiken die mogelijk in de muren zijn verborgen, buiten ieders waarneming, eeuwen achtereen. Hij ontleent hier geen rationeel voordeel aan, alleen de bevrediging van het goed te doen. Dit geldt ook voor de ondernemner die een loon uitbetaalt dat boven de marktprijs ligt, of de fabrikant die veel verder gaat dan het volgen van de standaard milieueisen. Zij hebben geen rationele verwachting van profijt, en toch lijken ze er profijt van te hebben, soms op manieren die totaal onverwacht zijn. Onverwachte retourontvangsten sluiten perfect aan op het wezen van de gift; de gift, in de woorden van Lewis Hyde:” verdwijnt om de hoek”, “het mysterie in” en we weten niet hoe ze naar ons terug keert.

 

Een andere manier om de onverwachte vruchten te zien die uit het mysterie oprijzen is dat wanneer we leven in de geest van de gift, er magie plaastvindt. De gift mentaliteit is een soort vertrouwen, een soort overgave –en dat is een eerste vereiste voor het ontstaan van wonderen. Vanuit de Gift, zijn we in staat tot het onmogelijke.

 

Ik ontmoette een man in Orgeon die een bedrijf heeft in vastgoedbeheer, gespecialiseerd in projecten in de ouderenzorg voor lage inkomens. “Dit”, zegt hij, ”is een onmogelijke onderneming”. Onderworpen aan meervoudige conflicterende stressoren als medische instituten, verzekeringsmaatschappijen, overheidsregulatie, de armoede van de bewoners, en de algehele financiële consternatie, was zijn bedrijfstak in een staat van crisis. De week dat ik hem bezocht, belden twee van zijn grootste concurrenten hem en smeekten hem hun geld-verliezende projecten over te nemen. En toch heeft deze man op de een of andere manier een winstgevende, groeiende onderneming opgebouwd, een empowerende werkplek, en menselijke leefomgevingen die een voorbeeld zijn voor de bedrijfstak. Hoe doet hij dat? “Elke dag”, zegt hij, “loop ik het kantoor binnen en zie een berg onmogelijke problemen. Ik kan me geen enkele manier voorstellen om ze op te lossen. Dus doe ik het enige wat ik kan doen: ik buig in dienstbaarheid. En dan vallen de oplossingen als een wonder in mijn schoot.”

 

Degene die buigt in dienstbaarheid is een kunstenaar. Werk als heilig zien betekent er in dienstbaarheid voor te buigen, en er zo het instrument van te worden. Iets specifieker en enigszins paradoxaal, worden we de instrumenten van wat we creëren. Of het nu een materieële, menselijke, of sociale creatie is, we plaatsen onszelf in nederige dienstbaarheid van iets dat al bestaat maar nog niet manifest is. Aldus is de artiest vol ontzag over zijn of haar creatie. Ik krijg dat gevoel wanneer ik hardop voorlees uit “The Ascent of Humanity: “Ik kan dit niet geschreven hebben.” Dat boek is zijn eigen entiteit, door mij geboren maar niet méér mijn schepping dan ouders die een baby maken, of een boer een spinazieplant. Ze geven de impuls van het leven door, ze voorzien in een plaats om het te laten groeien, maar ze begrijpen en hoeven de details van celdifferentiatie niet te begrijpen. Ik voedde mijn groeiende boek ook met iedere hulpbron die ik tot mijn beschikking had, en bracht het met geweldige ontberingen uit de baarmoeder van mijn geest in de fysieke vorm tot leven, en ik ken elke nuance van binnen en van buiten, en toch heb ik aanhoudend het gevoel dat het al bestond, buiten mijn bemoeienis om. Kan een ouder rechtmatig met de eer van de prestaties van zijn of haar kind strijken? Nee. Dat is een vorm van diefstal. Evenmin zal ik strijken met de eer van de schoonheid van mijn creaties. Ik stel mij tot hun beschikking.

 

Ik heb dit uiteengezet om te laten zien dat dezelfde logika die de christelijke kerkvaders, Thomas Paine, en Henry George toepasten op land ook van toepassing is op de vruchten van menselijke arbeid. Ze bestaan voorbij onszelf –we zijn beheerders in hun dienst, net als we rentmeesters van het land zijn en niet de bezitters. Zoals ze ons gegeven zijn, zo geven wij ze door. Daarom worden we aangetrokken tot ondernemen in de geest van de Gift. Het voelt goed en juist omdat het ons verbindt met de waarheid. Het maakt ons ontvankelijk voor een stroom van rijkdom voorbij de grenzen van ons ontwerp. Dat is de oorsprong van alle grootse ideeën of uitvindingen: ”het overkwam me”. Hoe kunnen we onszelf dan wijsmaken dat we het bezitten? We kunnen het slechts weggeven, en daarmee het kanaal openhouden waardoor we heilige giften blijven ontvangen, in diverse vormen, van alle mensen en al wat is.

 

Een drijfveer om de verandering naar een zakelijk gift model te maken is om te zien, dat voor veel heilige beroepen het oude model niet meer werkt. Hier in de kleine stad Harrisburg, Pennsylvania, die niet bepaald de meest progressieve plaats op aarde is, zijn er niettemin letterlijk honderden holistische, complementaire en alternatieve praktijkhouders die adverteren in de plaatselijke Holistic Health Networker. Honderden. En waarschijnlijk had minimaal de helft van hen, toen ze begonnen met hun studie van kruiden of hun opleiding in yoga therapie of natuurgeneeskunde, of hun hypnotherapie, engelengenezing, kristaltherapie, polariteitentherapie, Reiki, cranio sacraal therapie, holistische voeding, massage therapie of andere opleiding, een toekomstige loopbaan in een kantoor of holistisch gezondheidscentrum in gedachten, waarbij ze “clienten” zouden ontvangen voor “sessies” van 85 tot 120 dollar per keer. Het is onmogelijk dat meer dan een handjevol die droom zullen realiseren. Toch blijven de scholen en trainingsprograma’s nieuwe beoefenaars voortbrengen. Vroeg of laat zullen de meeste van hen het clienten-en-sessies model moeten verlaten en overgaan tot het aanbieden van hun vaardigheden als een gift. (6)

 

Wat in deze beroepen gebeurt begint meer in het algemeen te gebeuren. We kunnen dat toeschrijven aan overcapaciteit, het schuldenplafond, het “dalende marginale rendement op investeringen” of een andere economische factor, maar het feit is dat het oude winst model in een crisis verkeert. Evenals de holistische beoefenaars die ik beschreef, zullen we collectief geen andere keus hebben dan en masse een ander model te adopteren.

 

In de oude economie streefden mensen naar banen en carrières met het doel in hun levensonderhoud te voorzien. Vanuit het standpunt van overleven is er niets te heilig om te verkopen, er geld voor te vragen. Als je leeft om te overleven, bijvoorbeeld in een loodmijn in China, dan voelt het waarschijnlijk niet verkeerd om te onderhandelen en de best mogelijke prijs voor jouw arbeid te vragen. Een andere manier om hier tegen aan te kijken is dat het overleven van jezelf en je geliefden zelf een heilig streven is.

 

Ik wil een vleugje vriendelijkheid en realisme in deze discussie inbrengen. Denk alsjeblieft niet dat ik een of andere heilige standaard van altruïsme of zelfopoffering bepleit. Je verdient geen hemelse beloningen wanneer je een korting op je salaris accepteert. Als jouw voornaamste zorg momenteel ligt bij overleven of zekerheid, dan zal “werk” voor jou waarschijnlijk niet de weg zijn waarop je je giften kunt uiten. Je baan zal gewoon voelen als “een baan” – iets dat je primair voor het geld doet en waarmee je zou stoppen of dat je radikaal zou veranderen als je geen financiële druk had. En hoewel je misschien een gevoel hebt dat je belazerd wordt, dat je het leven leven moet waarvoor iemand je betaalt het te leven, maar niet je eigen leven, het leven van een slaaf gedwongen te werken of te sterven, dat betekent niet dat je je over je angsten heen zou “moeten” zetten, stoppen met die baan en er op vertrouwen dat het goedkomt. Leven in de gift is niet nóg een ding dat je moet doen om een goed mens te zijn. Angst is niet de nieuwe vijand in onze voortdurende oorlog tegen het zelf, de opvolger van oude kwelgeesten als zonde en ego. Heilige economie is deel van een bredere revolutie in het menselijk bestaan: inwendig is het het einde van de oorlog tegen het zelf; uitwendig het einde van de oorlog tegen de natuur. Het is de economische dimensie van een nieuw tijdperk, het tijdperk van Hereniging.

 

Dus, als je als een bestaan als loonslaaf hebt, werkend voor het geld, het “goed genoeg” doet in plaats van “zo mooi als ik kan”, dan verzoek ik je dringend om uit dat werk te stappen wanneer en alleen wanneer je er klaar voor bent. Misschien zie je je werk voor nu als een geschenk aan jezelf, dat jou een gevoel van zekerheid geeft zolang als nodig is om dit gevoel tot een tweede natuur te laten worden. Angst is niet de vijand, hoewel dat door veel spirituele leraren wordt gezegd. “Het tegenovergestelde van liefde”, zegt de een. “Bevroren vreugde”, zegt de ander. Maar eigenlijk is angst een beschermer, die ons op een veilige plaats houdt waar we kunnen groeien; je zou zelfs kunnen zeggen dat angst een geschenk is. Als we groeien worden de angsten die eens beschermend waren geleidelijk aan beperkend, en verlangen we ernaar geboren te worden. Dat dit gebeurt is onvermijdelijk. Vertrouw jezelf nu, en je zult jezelf blijven vertrouwen wanneer je verlangen de oude angsten gaat overstijgen en je een groter, helderder rijk binnentreedt. Wanneer het moment van geboorte komt zul je niet in staat zijn jezelf tegen te houden.

 

Stoppen met de strijd om goed te willen zijn betekent ook dat geven geen gevoel van opoffering of zelfverloochening met zich brengt. We geven omdat we dat willen, niet omdat we zouden moeten. Dankbaarheid, de erkenning dat je hebt ontvangen en het verlangen terug te willen geven, is onze aangeboren staat. Hoe zou het anders kunnen zijn, als leven, adem, en de wereld ons geschonken zijn? Wanneer zelfs de vruchten van onze eigen inspanningen buiten onze reikwijdte liggen? Leven in de gift is ons herenigen met onze ware natuur.

 

Wanneer je in de gift mentaliteit stapt, laat je gevoelens je dan leiden. Laat jouw geven opstijgen uit dankbaarheid en niet uit het verlangen om aan een bepaalde norm van deugdzaamheid te voldoen. Misschien zullen de eerste stappen kleintjes zijn: kleine extra’s toevoegen, kleine gunsten verlenen zonder dat er een beloning op de agenda staat. Als je een onderneming hebt zul je misschien een klein deel omzetten naar een gift model. Welke stappen je ook zet, weet dat je je voorbereidt op de economie van de toekomst.

http://biz.thepostonline.nl/2013/12/09/lang-leve-bubbels-stagnatie-en-negatieve-rente/

Noten

1. Hyde, Lewis. The Gift: Imagination and the Erotic Life of Property. New York: Vintage Books (2007.) p. 66

2. Waarom breng ik kosten in rekening? Omdat ik deze bijeenkomsten zie als co-creaties. We dragen allemaal iets bij om de bijeenkomst plaats te laten vinden. Dit voltrekt zich niet in het rijk van dankbaarheid; het gebeurt in het rijk van co-creëren, een samenkomst van hulpbronnen om een doelstelling te realiseren.

3. Uiteraard zijn de werkelijke kosten gewoonlijk lager dan men prijsgeeft, en gaan, wanneer men niet tot een overeenkomst komt, andere facoren meespelen, zoals de vaste kosten van stilstaande bedrijfsmiddelen en werknemers.

4. Deze principes zijn alleen van toepassing wanneer zakelijke relaties zich afspelen in een gemeenschap. In gevallen waar alle transacties eenmalige transacties van onbekenden zijn, is het gift model minder toepasbaar. In oude geschenk culturen was dit over het algemeen ook zo; als er ruilhandel was, gebeurde dit tussen vreemden. Ik heb evenwel ontdekt dat de meeste mensen de geest van het geschenk eren, zelfs als het een eenmalige transactie betreft. Zouden we wellicht voelen dat we allemaal deel uitmaken van een alomvattende gemeenschap, en dat onze giften, zelfs onze anonieme, zich voltrekken in de getuigenis van deze?

5. Het is opmerkelijk dat men in sommige beroepen traditioneel werkte op de grens van betaling en geschenk. Kunstenaars en musici kregen ondersteuning van hun beschermheer, die hen in wezen geld gaf zodat ze konden werken. Hierdoor konden mensen als Mozart overleven in een tijdperk vóór copyright. Dure prostituees hebben lange tijd volgens eenzelfde model gewerkt waarbij ze giften ontvingen van hun vaste klanten.

6. Dit is een trend in de richting van een universalisering van de geneeskunde, de migratie van de geeskunst uit de geld economie terug naar het sociale domein.